Betula lenta

Van nature kan de suikerberk tot een hoogte van circa 25 meter groeien, maar in onze cultuur blijft hij echter vaak kleiner. De jonge bomen hebben een zuilvormige kroon die later breder en dichter wordt door de meer afgaande takken. De oude bast kleurt naar donkerbruin maar schilfert niet af. Het blad is langwerpig eivormig en matglanzend groen met een geelgroene onderzijde. De bladrand is scherp dubbel gezaagd. In de herfst verkleuren de bladeren naar goudgeel.  De boom gedijt het best op een goed waterdoorlatende bodem. Hij heeft een oppervlakkig wortelgestel met een fijne vertakking en veel haarwortels. Deze Betula lenta verdraagt een temperatuur van -25 °C. De twijgen en bladeren worden in de cosmetica gebruikt voor etherische olie.