Plantinstructie: bomen en struiken



Stap 1 - Standplaats analyse

Zorg dat je altijd een goed idee hebt van de standplaats, zodat je de juiste boom op de juiste plek zet en de kans op een goede hergroei het aller grootste is.

Stap 2 – Verplantingssnoei toepassen

Tijdens het rooien van een boom gaan er veel wortels verloren doordat de wortels van de boom afgestoken worden. Om de boom een maximale kans te geven op de juiste hergroei, is het van belang dat de kroon en wortelverpakking in evenwicht zijn. Om deze reden adviseren we om de kroon net voor of na het planten bij te snoeien (tip: voorafgaand aan het planten kun je de kroon nog makkelijk bereiken). Op deze manier zorg je ervoor dat de grootte van de kroon weer in balans is met de hoeveelheid wortel. Een goede balans zorgt er ook voor dat de boom beter bestand is tegen droogte in warmere perioden. Aarzel niet, de kroon mag gerust flink teruggesnoeid worden (1/3 deel van de takken is niet overdreven). Een goede verplantingssnoei bevordert de groei. 

Stap 3 – Aanplantmaterialen en gereedschap selecteren

Om de boom het beste aan te planten heb je het juiste gereedschap en materiaal nodig.

• Gieter of tuinslang
• Nijptang (bij boom in container niet nodig)
• Grondboor
• Meetlat of rolmeter
• Schop
• Snoeischaar
• Hamer
• Aanplantgrond
• Boombanden en spijkers
• Boompalen

Als aanplantgrond is reguliere potgrond het meest geschikt voor het merendeel van onze planten. Potgrond is namelijk organisch, laat genoeg zuurstof door en geeft genoeg ruimte voor de wortels om uit te groeien. Wij adviseren per boom circa één zak (45L) aanplantgrond te gebruiken. Voor zuurminnende bomen en planten (zoals bijvoorbeeld Rhododendron, Hortensia, Pieris, Skimmia en heideplanten) adviseren we tuinturf (70L per zak). Door de aanplantgrond te mengen met de bestaande grond komt er meer humus in de grond en wordt het geheel luchtiger. Dit laatste is erg belangrijk voor het doorlaten van water in de bodem.



Let op: gebruik geen bemesting bij het aanplanten van uw boom of struik. De wortels van de plant zijn op het moment van planten erg gevoelig.

Overmatige bemesting kan wortelverbranding veroorzaken en hierdoor drogen de wortels uit. Te veel bemesting kan dan ook een goede start in de weg zitten. Er zitten al voldoende voedingstoffen in de aarde en in reguliere potgrond. Om het risico van wortelverbranding en uitdroging te voorkomen, adviseren wij om de vrijgekomen aarde uitsluitend te mengen met reguliere potgrond en hiermee de aanplant te verzorgen.

Ook adviseren we om boompalen langs een hoogstam te plaatsen. Boompalen bieden de boom voldoende stabiliteit om scheef- of omwaaien te voorkomen. Ook bevordert het de hergroei doordat de wortelpruik weinig speling krijgt zodat de kans dat de nieuwe wortels beschadigen geminimaliseerd wordt. Na ongeveer twee groeiseizoenen is de boom stevig genoeg geworteld om zichzelf van de juiste stabiliteit te voorzien. De boompalen kunnen dan gerust verwijderd worden.

Hoe groter de maat boom, hoe meer boompalen u nodig heeft om de boom de juiste stabiliteit te bieden. Om de boompaal te kunnen bevestigen heeft u per boompaal één boomband en één boombandnagel nodig.

• Maat 12-14 centimeter stamomtrek en kleiner: 1 boompaal
• Maat 14-16 centimeter stamomtrek en groter: 2 boompalen
• Maat 25-30 centimeter stamomtrek en groter: 3 boompalen

In het geval dat er slechts één boompaal nodig is (maat 12-14 centimeter stamomtrek en kleiner), is het van belang dat deze aan de zijde wordt geplaats waar de wind vandaan komt (de meest voorkomende windrichting). Zo voorkom je dat de boom tegen de paal aan waait en daardoor wellicht beschadigingen oploopt. Daarnaast heeft de paal alleen nut als hij bovenwinds van de boom staat.


Bij een struik of meerstammige boom is verankering niet per se nodig, een struik staat namelijk al stabieler omdat hij zijn zwaartepunt lager heeft liggen dan een hoogstamboom.




Stap 4 - Wat ga je aanplanten?